Het ontbreekt zelden aan ambitie in het onderwijs. Visies en strategische beleidsplannen puilen vaak uit van spannende doelen en hoge verwachtingen. Maar wat is de reële kans dat deze doelen ook daadwerkelijk binnen de bestaande structuur en vorm van de school kunnen worden waargemaakt?
De kans van slagen ligt soms niet meer aan de leiding of de inzet en competenties van docenten. Het is vaak eerder de vraag of de structuur en organisatie, waarbinnen het onderwijs gegeven wordt, niet te veel knelt. En zo ons handelen beperkt dat het moeilijk is aan de eigen verwachtingen te voldoen.
“We kunnen nog zo ons best doen, maar als de structuur niet ondersteunend is of zelfs tegenwerkt komt er maar weinig van terecht.”
Het primaire proces van de docent veranderd
Gepersonaliseerd leren vraagt om een andere aanpak en andere middelen dan ons huidige onderwijssysteem. Er is een flexibel en groot vakinhoudelijk aanbod nodig. Daarnaast speelt ICT als middel een belangrijke rol en wordt er steeds meer nadruk gelegd op vakoverstijgende vaardigheden.
Een andere organisatiestructuur is vereist
Deze nieuwe verwachtingen rondom ons onderwijs vragen om een andere organisatiestructuur. Een structuur die het mogelijk maakt om grotere nadruk op differentiëren en personaliseren te leggen, te werken in groepen in- of buiten het klaslokaal, roosters anders in te zetten en overleg te faciliteren.